Ga naar inhoud

‘De situatie van bewoners gaat me aan het hart’

‘De situatie van bewoners gaat me aan het hart’

Werkers op Zuid: Evert van Veen, medewerker sociaal beheer bij Vestia

Dagelijks werken de partners van het NPRZ om het op Zuid beter te maken voor de huidige en de nieuwe bewoners. Deze serie portretteert de mensen die zich inzetten voor een sterker Zuid. Deze keer: Evert van Veen, die als medewerker sociaal beheer bij Vestia, bewoners begeleidt als zij door herstructurering op zoek moeten naar een andere woning.

‘Je moet empathisch vermogen hebben. Communicatief zijn. En goed kunnen schakelen. Het ene moment ben je in overleg met een collega-ambtenaar, het andere heb je te maken met een bewoner die compleet over de rooie is of in huilen uitbarst. Je moet je niet mee laten slepen, maar balans zien te vinden in persoonlijk aandacht zonder het einddoel uit het oog verliezen.’ Aan het woord is Evert van Veen, sociaal beheerder en bewonersbegeleider bij Vestia, over zijn veelbewogen baan. Híj was degene die in 2018 alle 535 huishoudens die de Tweebosbuurt telt, persoonlijk bezocht na de eerste informatiebijeenkomst over de herstructureringsplannen voor de wijk. Met als belangrijkste boodschap: u moet op zoek naar een andere woning. ‘Die huisbezoeken deed ik samen met twee collega’s,’ verduidelijkt Van Veen. ‘Met als doel mensen hun persoonlijke situatie in kaart brengen en ze te informeren over hun rechten en plichten. We hielden dagelijks inloopspreekuur. Het bericht maakte ongelofelijk veel los, zoals te verwachten was. Woede, verzet, onbegrip. Er was veel behoefte aan informatie: mensen willen weten wat hen te wachten staat. Je probeert iedereen zo goed mogelijk te begeleiden naar een andere woning, met behulp van het Sociaal Plan dat in samenwerking met de huurdersraad is opgesteld.’

Heftige tijd
Inmiddels zijn we twee jaar verder, en Van Veen heeft een ‘heel heftige tijd’ achter de rug. De situatie: 85% van de oorspronkelijke bewoners van de Tweebosbuurt is uitverhuisd, de rest is óf nog op zoek naar een andere woning óf ervan overtuigd dat de plannen niet door mogen of kúnnen gaan. ‘Ondertussen staat de leefbaarheid en veiligheid in de wijk flink onder druk, door de aantrekkingskracht die de wijk uitoefent op krakers, gelegenheidsinbrekers, leidingdieven en daklozen,’ vertelt hij. ‘We werken nauw samen met politie en gemeente Rotterdam om hierop te handhaven. Het is behoorlijk uitdagend.’
De kritiek op Vestia, die minder kapitaalkrachtige bewoners zou wegjagen ten gunste van doelgroepen met een minder dikke portemonnee, trekt Van Veen zich aan: ‘Natuurlijk. Voor sommige mensen is het een tragedie, dat ze de plek moeten verlaten waar ze al bijna een heel leven wonen. Maar er is ook een andere kant: ik ben ervan overtuigd dat de herstructurering ervoor zorgt dat heel de wijk erop vooruit gaat, en dat uitverhuizen voor veel individuele bewoners ook kansen biedt. Bijvoorbeeld omdat ze in de toekomst meer mogelijkheden hebben om wooncarriere te maken in hun eigen wijk.’

Zachte landing
De afgelopen twee jaar begeleidde het team waar Van Veen onderdeel van is, honderden gezinnen in hun zoektocht naar nieuwe woonruimte. ‘Ik ben heel blij te kunnen zeggen dat we bijna iedereen die uitverhuisd is, in zijn wensen tegemoet hebben kunnen komen. De meesten zijn naar een woning in de buurt verhuisd, zoals ze graag wilden. Slechts een enkeling is naar Hoek van Holland of Ommoord gegaan, maar dan wilden ze dat zelf graag. Van de mensen die zich erg verzet hebben tegen uitverhuizing, woont het merendeel nu naar tevredenheid ergens anders.’ Dat weet Van Veen, doordat hij veel mensen die hij begeleid heeft, nog regelmatig spreekt.
Met sommige oud-bewoners, die allang in een nieuwe woning zitten, onderhoudt hij nog altijd contact. ‘Zoals mevrouw Pauwels,’ zegt Van Veen, ‘Een dame van negentig, die meer dan tachtig jaar van haar leven in de Tweebosbuurt gewoond heeft. Zij wilde niets weten van uitverhuizen. ‘Over mijn lijk dat ik er wegga!’ riep ze op TV. Haar situatie ging me aan het hart. Uiteindelijk hebben we haar toch overgehaald om te verhuizen, omdat er een mooie woning in Ijsselmonde voor haar beschikbaar was, die veel beter toegerust is op haar fysieke beperking. Nu is ze blij dat ze de stap gemaakt heeft. Dat zij zo gelukkig is, doet me echt veel.’

Aangepaste woning
Zijn werk is niet altijd leuk, beaamt Van Veen. De slecht-nieuwsgespekken lopen soms uit de hand. Nog altijd zijn er bewoners die de wijk niet willen verlaten en zelfs fanatiek actievoeren tegen Vestia en hun plannen. Hoewel Van Veen niet te spreken is over het ongenuanceerde beeld dat sommige hardnekkige weigeraars via de media naar buiten brengen, houdt Van Veen de deur voor hen open, in de hoop toch nog constructief contact tot stand te brengen.
De emoties waar hij nu mee te maken krijgt, kwam hij in vorige banen als leidinggevende bij corporaties en in commerciële vastgoedfuncties niet tegen. ‘Toch geeft dit werk, waarin de stenen gekoppeld zijn aan een maatschappelijke opgave, mij veel meer voldoening dan de zuiver commerciële vastgoedfuncties,’ vertelt Van Veen. ‘We gebruiken stenen om bij te dragen aan het geluk van mensen. Ik ben ervan overtuigd, dat het nodig was om in te grijpen in de Tweebosbuurt, waar ik dagelijks zie hoe het leefklimaat verslechtert. Ik geloof dat we met een gevarieerd woningaanbod het woonklimaat verbeteren en meer balans in de wijk brengen. Ik geloof dat wat we doen, goed is voor Zuid en dat we de mensen die er wonen, verder brengt. Ook al voelt dat voor de bewoners soms heel anders.’