Ga naar inhoud

"De jongeren in de wijk hebben nieuwe rolmodellen nodig''

"De jongeren in de wijk hebben nieuwe rolmodellen nodig''

Werkers op Zuid: wijkagent Loubna Laabid

Dagelijks werken de partners van het NPRZ om het op Zuid beter te maken voor de huidige en de nieuwe bewoners. Deze serie portretteert de mensen die zich inzetten voor een sterker Zuid. Deze keer: Loubna Laabid, die als wijkagent in Zuidwijk en Pendrecht veel energie steekt in preventie van crimineel gedrag bij jongeren.

Jarenlang werkte Loubna Laabid ‘op de bus’, zoals politieagenten onder elkaar dat noemen. Oftewel: meldingen rijden in de noodhulp. Haar werkgebied was Rotterdam centrum, de dagen (en nachten!) vulden zich onder meer met inbraken, overvallen, verkeersongelukken, gedrag van verwarde personen en uitgaansgeweld. ‘Adrenalinewerk,’ zegt ze. ‘Van de ene situatie in de andere. Heel leuk en spannend, maar op een gegeven moment wilde ik meer. Niet steeds dóór, maar de tijd nemen, investeren in mensen en ze verder helpen. Daarom wilde ik wijkagent worden.’
Aanvankelijk solliciteerde Laabid op een vacature als wijkagent in de Tarwewijk, want: ‘Ik hou er wel van als er wat gebeurt.’ Omdat die functie al door iemand anders werd vervuld, kwam ze in Zuidwijk terecht. Haar eerste indruk? ‘Een rustige wijk. Tot ik begon te merken wat zich afspeelde in De Horsten in Zuidwijk.’ Ze schetst de situatie: ‘Vier flats met sociale huurwoningen, de Hoge Horsten, worden omringd door grondgebonden koopwoningen, de Lage Horsten. Over en weer is er niet veel begrip voor elkaar. In de Hoge Horsten is negen op de tien bewoners bezig met overleven: heb ik te eten vanavond? Er heerst drugsproblematiek, maar bewoners durven geen melding over andere bewoners te doen bij de politie. De bewoners van de De Lage Horsten hebben het wat beter voor elkaar. Ze werken en hebben een eigen huis.

Gevaarlijk of gezellig
Of het in de Hoge Horsten gevaarlijk is, laat Laabid in het midden. ‘Als mensen elkaar leren kennen, hebben ze al veel minder last van elkaar.’ Om verbinding te stimuleren, organiseerde ze samen met bewoners en het netwerk in de wijk zomeractiviteiten voor de kinderen in de Horsten. ‘Kinderen kijken niet naar afkomst. Als er iets leuks te beleven is in de wijk, komen ze daar op af, zowel uit de Lage als de Hoge Horsten. Zeker omdat veel kinderen in de Horsten ’s zomers niet op vakantie gaan. Het werkte. Het was een supergezellige zomer. Via de kinderen, kwamen ook ouders in contact met elkaar.’

Boksen tegen criminaliteit
Drugscriminaliteit is een probleem, erkent Laabid. Om die tegen te gaan, heeft ze een onconventionele aanpak. Ze focust niet zozeer op de bestaande criminelen – ‘Die krijgen al genoeg aandacht.’ – maar op de jongeren, die nog behoed kunnen worden voor crimineel gedrag. ‘Ik denk dat er grote kansen liggen op het gebied van preventie. Veel jongeren die crimineel gedrag gaan vertonen, hebben zich laten inspireren door een oudere broer of kennis. Ze hebben nieuwe rolmodellen nodig. Dat is het idee achter het kickboks-project: samen met twee andere wijkagenten train ik samen met jongeren van 6 tot en met 21 jaar bij de Kickboksschool van Noel Soares. De jongeren vinden het leuk om met een agent te sparren, en wij leren op deze manier de jongeren in de wijk kennen. Bij sommige van hen zie ik iets in hun gedrag en houding waardoor ik denk: even in de gaten houden. Dat gevoel bespreek ik dan met de docent, die houdt zo’n jongere extra kort en brengt hem discipline en respect bij.’

DAS en Onwijze Moeders
Laabid is regelmatig op scholen te vinden. Ze heeft directe lijntjes met de ouderconsulenten van school, en spreekt voor de klas over uiteenlopende thema’s, zoals pesten, drugs en vuurwapens. DAS is een nieuw project, dat de politie inzet om kinderen spelenderwijs uitleg te geven over high impact situaties. ‘We doen de kinderen bijvoorbeeld gele hesjes aan. Zij zijn dan de hulpjes van de politie. Via een speurtocht door de wijk leren we ze over onderwerpen als buurtpreventie.’ DAS is de mascotte van dit project, een aaibaar figuur in dassenpak.
Een ander succesvol project is Onwijze Moeders: een groep van 25 moeders in Zuidwijk komt regelmatig samen om met de politie te praten over wat er gebeurt in de wijk. ‘We zitten samen in een groepsapp en iedereen heeft mijn directe nummer. Door het persoonlijke contact is de meldingsbereidheid enorm toegenomen in Zuidwijk. Daardoor krijg ik meer zicht op de problematiek, kan ik eerder ingrijpen en meer betekenen voor de mensen in de wijk. En dat is precies waarom ik wijkagent ben geworden.’